Judith's woonstijl

Ons interieur kun je het beste omschrijven als Scandiboho met een kleurenpalet van verschillende naturel- en aardetinten. Door deze tinten te combineren met natuurlijke materialen zoals hout, rotan, linnen, jute en zeegras oogt ons interieur altijd warm en heb ik soms eventjes het idee alsof ik weer terug ben in Indonesië! En dat is niet heel gek want de inspiratie van deze kleuren en materialen is voortgekomen uit onze reis naar Bali.

Mijn favoriete plekje in ons huis is dan ook de woonkamer. Hier is het hele Bohosfeertje, denk ik, het beste terug te vinden! En zeg nou zelf; de woonkamer is toch een heerlijke plek om ’s avonds neer te ploffen na een drukke werkdag?

Get the look - 10 tips

1. Ton-sur-ton
   Om een rustige basis neer te zetten voor een Scandiboho stijl kies je voor een ton-sur-ton kleurenpalet. Dit houdt in dat je vanuit één basiskleur meerdere tinten doorvoert. In mijn geval is bruin de basiskleur. Door dit aan te vullen met lichtere tinten zoals zand, beige, taupe en donkere tinten zoals donkerbruin en caramel kan het niet mis gaan!
   
   
2. Contrastkleur op één muur
   Door niet alle muren in dezelfde kleur te verven, maar juist te gaan voor één contrastkleur(in diezelfde kamer), maak je een ruimte en het geheel net iets spannender.
   
   
3. Mix van koel en warm
   Bij een naturel kleurenpalet is het belangrijk dat je zowel werkt met koele als warme kleuren. Door deze twee samen te combineren in één ruimte heb je altijd een mooie basis. Houd hierbij wel rekening met het lichtinval in huis! Zo is het mooi om een koelere tint op de warme kant te gebruiken en andersom.
   
   
4. Natuurlijke materialen
   Ook materialen kunnen veel doen met een ruimte. Voor een Scandiboho stijl maak ik vooral veel gebruik van natuurlijke materialen. Denk hierbij aan: rotan, jute, zeegras, hout, linnen en wol.
   
   
5. Luchtige meubels
   Meubels kunnen een stijl juist maken of breken. Wat je vooral veel ziet in een Scandinavisch interieur zijn luchtige meubels. Zoals onze bank, stoelen en salontafel die op (hoge) pootjes staan.
   
   
6. Doorvoering (muur)kleuren in accessoires
   Als jouw kleurenpalet compleet is, wordt het tijd om ook deze kleuren verder te gaan doorvoeren dan alleen op je muren. Dit kun je doen in accessoires zoals vazen, kandelaars, kussens en plaids. Maar vergeet ook zeker het vloekleed of beddengoed niet. Door de kleuren helemaal door te voeren, creëer je weer dat rustige geheel.
   
   
7. Een moodboard
   Iets wat mij onwijs helpt bij een make-over is het maken van een moodboard. Doordat je dan al gericht op zoek gaat naar kleuren en materialen zie je gelijk wat mooi bij elkaar past en dus bij de rest van je interieur. Eigenlijk zorgt een moodboard er al voor dat je niet meer de fout in kan gaan.
   
   
8. Wissel kleuren af per seizoen
   Om je interieur gedurende het hele jaar spannend te houden, wissel ik af per seizoen. Zo vind ik lichte kleuren juist bij het voorjaar passen en donkere kleuren juist weer bij het najaar.
   
   
9. Contrast in accessoires
   Een interieur moet in mijn ogen spannend en speels blijven. Zoals ik bij punt 2 al aangeef kun je dat doen door een contrastkleur. Maar een andere mogelijkheid om dat door te voeren is door middel van accessoires. Zo zijn de kussens op onze bank donker.
   
   
10. Lambrisering of cirkel
    En last but not least; probeer eens wat anders te doen met je muurverf! Zo kun je een lange muur opbreken door middel van twee kleuren of een grote cirkel. Dit staat weer net ietsje speelser en zo creëer je toch nog een natuurlijke scheiding van twee kamers.